Wie stikt de naden?

Leestijd: 3 minuten

Als de angst haar bij de keel grijpt, vlucht Flora terug in de herinneringen aan haar moeders keuken.  Ze is dan de tiener die eieren klutst en avocado’s schilt. Een onbezorgde tijd van school, vriendinnetjes en soms een vriendje. Het was een tijd van verliefdheid en spel, en hoop op een toekomst die vast heel mooi zou worden.

Op haar achttiende trouwde ze en kort daarna kreeg ze haar eerste kind. Toen haar man werd opgepakt voor diefstal was ze opnieuw in verwachting. Het ging niet goed met de baby die vervolgens geboren werd, maar geld voor medicijnen had ze niet. Flora bad en smeekte het ziekenhuis om zorg toen het kind stervende was. Het mocht niet baten. Wanhopig zocht ze naar baantjes en handeltjes. Telkens opnieuw werd ze teleurgesteld. Geen ervaring, geen capaciteiten, geen kans.

Ze nam ten slotte naailes in de hoop een bedrijfje te beginnen. Haar naaidocente wist van haar moeilijke situatie. Ze vertelde haar nadat ze een maand of wat les had dat je in de VS gemakkelijk geld zou kunnen verdienen. In de kledingindustrie werden voortdurend mensen gevraagd, zei ze. Dan zou je zoveel verdienen dat je nog geld naar huis kunt sturen.

Flora liet haar moeder en haar kind achter en ging erheen. Vol hoop dat de weg naar boven nu was gevonden. Maar ze merkte tot haar ontsteltenis al snel dat het allemaal leugens waren. De vrouw die contact had gelegd met de naaidocente en haar de grens over had geholpen, vertelde dat ze haar voor haar hulp om de grens over te steken 3.000 dollar schuldig was en dat Flora die terug moest verdienen. Deze Jennifer was een stevig, maar verzorgd uitziende vrouw. Iemand die aanvankelijk vertrouwen uitstraalde, maar, zo bleek later, snel haar geduld verloor en kwaad werd. Dan werd Flora zo bang dat ze de rillingen in haar lichaam nauwelijks kon beheersen.   

De hele dag maakte ze jurken. Zat de dag erop, dan moest ze de fabriek schoonmaken. Ze sliep in een opslagruimte waar ze een matras deelde met een ander slachtoffer. Ze mocht de fabriek niet uit of praten met haar collega’s die normale diensten draaiden. Eén maaltijd per dag kreeg ze, tien minuten. Bang voor de strenge opzichters en nog meer voor Jennifer gehoorzaamde ze. Ze at snel en had altijd honger. Soms begonnen haar lippen te trillen. Dan moest ze zich uit alle macht beheersen om niet in huilen uit te barsten met alle mensen om zich heen. Dan ging ze terug naar haar moeders keuken.

Haar collega’s keken weleens bevreemd als ze ’s ochtends aan hun dienst begonnen. ‘Goh, zij lijkt hier wel te wonen’, dachten ze. Maar contact met haar kregen ze niet. Jennifer, die haar paspoort had ingenomen, had haar verteld dat ze het duur zou betalen als ze iets zou vertellen. Bovendien zou de politie haar toch niet geloven, illegaal in een vreemd land. En, zei Jennifer, ‘ik weet waar je moeder en kind wonen’.  Het moet nu bijna vier maanden zijn dat ze hier zit. Op zondagen is er meer tijd is om aan thuis te denken. Dat geeft rust en tegelijk ook onrust. Ze denkt ook aan de jurken die ze heeft gemaakt. Die hangen voor 200 dollar per stuk in de winkel. Zouden de kopers van die jurken er wel bij stilstaan wie de naden heeft gestikt?

Slavernij bestaat nog steeds, hoewel het al zolang verboden is. Ik schrok ervan toen ik het hoorde. Moderne slavernij treft miljoenen mensen in bijna alle landen van de wereld. Niet alleen Mauritanië, Saoedi-Arabië en India bijvoorbeeld, maar ook een land als Nederland of de VS. Het kan gaan om de seksindustrie, kinderarbeid, gedwongen huwelijken en mensenhandel. Overal waar menselijk arbeid wordt geëxploiteerd tegen nauwelijks of geen betaling.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *