Tag archieven: moeder

Brief aan mijn moeder

Leestijd: 2 minuten

Lieve mam

Het is tien jaar geleden dat u overleed. Ik denk vaak aan u en ik praat ook met u. Eenrichtingsverkeer natuurlijk, en nu misschien meer voor mij ook dan voor u. Ik vraag me af hoe u tegen mij aan zou kijken. Er is veel dat u niet wist, dat ik misschien ook nog niet wist over mezelf, en ook veel wat er over de afgelopen tien jaar is te vertellen.

De persoon die ik ben geworden bijvoorbeeld. Ik ben nu 63. Ik merk dat je in deze levensfase makkelijker terugkijkt dan vooruit. Verloren vriendschappen, betekenis van werk en de vele, vaak emotionele reizen. Ben ik tevreden met wat ik gedaan heb? Ik bedenk wat er anders was geweest als ik andere keuzes had gemaakt, als vrouw door het leven was gegaan bijvoorbeeld, eerder met dans, ballet, piano was begonnen, een partner had gehad of kinderen misschien, langer in Spanje had gewoond. Dat is allemaal niet gebeurd.

Ik maak me zorgen over veel dingen in de wereld, zoals klimaatverandering en oorlog. Over totalitaire regimes, rechtsextremisme, en een gebrek aan tolerantie en begrip voor minderheden en hun gevoelens. Ik weet niet of ik daarin anders ben dan tien jaar geleden; er spelen sowieso andere dingen. We praten nu over nepnieuws en complotdenkers, metoo en machtsmisbruik en wokisme en cancelcultuur.

Ja, ik merk dat ik leun op gewoontes, herkenning en routine. Dat geeft me onmiskenbaar zekerheid en controle. Maar ik lees ook de waarschuwing van Skye Cleary. Zij is een Australische filosoof die Simone de Beauvoir bespreekt en beschrijft hoe je authentiek kunt leven; een leven waarin je voortdurend zoekt naar wegen voor zelfcreatie en zelfvernieuwing in de mogelijkheden die je hebt. Cleary’s waarschuwing is dat een obsessie met routine ons tot zuurpruimen kan maken, stugge, conservatieve mensen die niet tegen verandering kunnen. Met als gevolg dat we alles op de automaat doen en anderen tiranniseren die onze routines bedreigen. Weinig ruimte voor authenticiteit en zelfvernieuwing. Zo wil ik niet zijn en worden.

Ach lieve mam, vroeger heb ik u niet veel geschreven. Het was vast heel fijn geweest voor u en ook voor mij als ik u vaker had laten weten hoe ik u waardeerde. Nog altijd denk ik met veel liefde aan u, misschien wel steeds meer. Ik kon altijd op u rekenen voor steun, zorg en lieve woorden. U was nooit veroordelend en altijd begripvol, en zachtmoedig. Ik drukte als ik u zag met liefde een kus op uw zachte wangen.

U werd 63 in de jaren 90, pap was al jaren eerder overleden. Het waren de jaren dat ik bezig was me in journalistiek te verdiepen en ik plezier had in werk, reizen en vriendschappen. Misschien had ik minder aandacht voor u, maar dat is niet iets waar ik me vreselijk schuldig over moet voelen. Ik denk dat u in grote lijnen wist hoe het met me ging, maar niet in detail, bijvoorbeeld mijn genderonzekerheid die ik voelde, maar destijds absoluut niet kon verwoorden.

U bent voor mij een voorbeeld geweest op vele manieren. Ik heb van u geleerd over wat belangrijk is in het leven. Dat klinkt als een cliché, maar het voelt voor mij zo. Tien jaar later, mam, maar ik draag u nog steeds altijd met me mee.

Liefs, Ton

Op reis naar mijn moeder

Leestijd: 2 minuten

“Hoe ben je nu hier gekomen?”, vroeg ze. Sinds ik mijn auto had verkocht, reisde ik met trein en bus. Reizen naar haar duurde wat langer, maar ik vond het plezieriger. In plaats van me te storen aan opdringerige weggebruikers, las ik een boek. Maar de afstand leek gegroeid. Een reis duurde gemakkelijk twee keer zo lang. Voor mijn moeder voelde het alsof ik verder weg was gaan wonen. Ze had me het liefst om de hoek.

Mijn moeder was mijn morele baken. Dat is ze nog steeds. Als ik me afvraag wat te doen, denk ik vaak aan haar. Wat zou ze ervan vinden? Als ik op een buitenlandse reis ben, wil ik haar vertellen over indrukwekkende plekken en leuke ontmoetingen. Toen ze nog leefde, las ze mijn reisverslagen als eerste, ze googelde me regelmatig, ze maakte zich zorgen om mijn uitglijders, ze volgde mijn leven. Ik volgde het hare veel minder.

Ze overleed zeven jaar geleden. De neiging om even te bellen, is gebleven. Wonderlijk! Regelmatig bedenk ik: dat moet ik haar toch even vertellen. Mijn gevoelens, twijfels, succesjes en mijn beschamende misstappen. Alles wat ze die zeven jaar gemist heeft. Ik kijk naar de telefoon. Voorheen belden we wekelijks even met elkaar. En zo eens in de maand stapte ik in trein en bus om haar even vast te houden en te kussen.

Mijn moeder is mijn voorbeeld. Haar rust en gelijkmoedigheid kalmeerden me. Ze oordeelde niet snel, en met terughoudendheid. Ze veroordeelde nauwelijks. In een tijd van snelle oordelen op basis van halve informatie, ga ik af op wat zij zou doen. Wat zou zij zeggen? Ze probeerde iedereen te begrijpen. Oké, ze ergerde zich aan onverschilligheid, luiheid en een onverzorgd uiterlijk. Dat was haar opvoeding en de waarden die ze mij probeerde mee te geven.

Ik weet nog veel van de reisjes naar haar. En ook van ons 52 jaar lang gedeelde leven. Ik herinner me hoe ik me voelde als ik naar haar toe ging. En ook hoe ik me voelde als ik weer in tegenovergestelde richting vertrok, geïnspireerd voor de weken die komen gingen. “Hoe ik hier gekomen ben?” Ik kijk naar haar zachte ogen die me op een of andere manier altijd zullen blijven volgen. “Als vanzelf mam. Over de paden van de liefde, de wegen van geluk, de wolken van verlangen.” Zo zou ik het nooit hebben gezegd, maar zo voelt het nu.